Borstvoeding en dragen

Om te komen tot borstvoeding tijdens het dragen van je kindje moeten we starten met wat meer informatie over het dragen van je kindje. 

Waarom dragen? 

Dragen is een natuurlijk proces. 
Wij behoren dan ook tot de categorie draaglingen. 
Wat zijn draaglingen? Dit zijn dieren die hun kinderen dragen zoals de apen en daar vallen wij als mensen dus ook onder. 
Dit wil zeggen dat mensenbaby’s na 9 maanden in de moederbuik te hebben gezeten, geboren worden om dicht bij mama of papa te zijn. Baby’tjes kunnen niet voor zichzelf zorgen.
Ze worden geboren met een aantal reflexen waaronder de grijpreflex, de Moro-reflex ook wel schrikreflex en de zoekreflex die aantonen dat ze niet zonder een opvoeder kunnen. 
Baby’s gaan dan ook wenen als ze merken dat ze verder van de opvoeder zijn. 
Dat wij behoren tot draaglingen zie je ook aan de samenstelling van de mamamelk, deze bevat veel suiker en vetzuren om de hersenen snel te laten rijpen.

Baby’s zijn rustiger.
Doordat baby’tjes steeds contact voelen, zullen zij veel minder huilen en dan ook veel rustiger zijn. 

Beter voor de borstvoeding.
Door het contact, al dan niet huid op huid, komt er oxytocine vrij die de borstvoeding stimuleert. 
Deze oxytocine wordt ook het gelukshormoon genoemd.
Dit is ook belangrijk voor de hechting. 

Voor de hechting.
Zowel voor de hechting van het kind als die van mama en papa. 
Er zijn een heel aantal factoren die we niet in de hand hebben, die kunnen zorgen voor een onveilige hechting. Door de nabijheid compenseer je deze factoren. 
Bij mama’s vermindert het risico op een postnatale depressie door hun kindje nabij te hebben. 
Papa’s geven vaak aan dat ze de eerste maanden weinig tot geen contact hebben met hun kindje. Door te dragen voelen ze zich veel meer betrokken en hebben ze een beter contact vanaf het begin. 

Voor de lichamelijke ontwikkeling.
Dragen is een actieve houding, waardoor het evenwicht van een baby sneller en beter ontwikkelt. 
Doordat de baby rechtop zit, ervaart hij de wereld zoals wij hem ervaren. Dit zorgt voor nieuwe verbindingen in de hersenen, die bij het niet dragen veel later ontwikkelen. 

Praktisch.
Je hebt je handen vrij waardoor je makkelijk voor andere kinderen kan zorgen, maar ook makkelijk het huishouden kan doen. 
Je kan op drukke plaatsen rondlopen zonder je zorgen te hoeven maken. En wandelen in het bos, op smalle paadjes.

Hoe dragen? 

Er zijn verschillenden systemen om te dragen zoals een draagdoek, draagzak en Mei tai.
Het belangrijkste is dat je een systeem gebruikt dat ergonomisch is.
Ergonomisch dragen is je kindje op de kusjes-hoogte dragen en in de M-houding met een vrije luchtweg.

Voor vragen over welk systeem het beste is voor jou en je kindje neem je best contact op met een draagconsulent.

Borstvoeding en dragen

Het is belangrijk dat je borstvoeding goed loopt vooraleer je in de doek kan voeden.
Eens je het dragen en de borstvoeding onder de knie hebt, kan je deze combineren.
Elk draagsysteem is geschikt om borstvoeding te kunnen geven.
Bij een doek is het vaak een andere knoop gebruiken of je knoop losser maken zodat je kindje op de juist hoogte zit.
In een draagzak is het dan weer wat gespen losmaken.
We raden altijd aan tijd te nemen voor een voeding maar soms is het handig om te voeden in een draagsysteem om je handen vrij te hebben voor een 2de kindje of om zelf rustig te kunnen eten.
Voeden in een draagsysteem is ook discreter en maakt het dus soms makkelijker om je kindje te voeden op openbare plaatsen of als er veel volk bij je is.
Het zorgt soms ook dat kinderen rustiger zijn tijdens het drinken omdat ze minder prikkels binnenkrijgen.
Vergeet nadien niet je draagsysteem terug voldoende aan te spannen.

Heb je vragen over borstvoeding dan kan je steeds één van de consulenten contacteren.

Heb je vragen over dragen dan kan je steeds een draagconsulent contacteren.

We hebben onder onze consulenten ook draagconsulenten: wij kunnen je dus verder helpen indien gewenst.

Geschreven door Dieltjens Elke, opgeleide Draagconsulente en borstvoedingsconsulente